Kwetsbaar en onbeschermd

06 september 2018

Veel bedrijven hebben geen benul hoe kwetsbaar en slecht beschermd ze zijn tegen bedrijfsonderbreking (Business Interruption/BI), aldus Caroline Woolley van Risk & Forensics. Ze denken waarschijnlijk dat ze kunnen terugvallen op hun verzekeringsmaatschappij of contracten met stakeholders. Maar vaak worden zakelijke verliezen als gevolg van materiële schade slechts beperkt gedekt door traditionele bedrijfsschadepolissen. Aan de oorzaken en gevolgen van een bedrijfsonderbreking zijn helaas geen beperkingen verbonden.

Ook contracten met externe partijen, zoals met leveranciers, zijn niet altijd zo solide als je zou verwachten. Er wordt vaak geen schade vergoed als de leverancier geen controle heeft over de oorzaak van de bedrijfsonderbreking.

Maar heel weinig bedrijven passen in het traditionele beeld van een productiebedrijf waarvoor de meeste bedrijfsschadeverzekeringen zijn ontwikkeld. Om te beginnen genereren productiebedrijven vaak meer omzet uit dienstverlening dan uit productie. Daarnaast werken bedrijven nooit alleen; ze maken meestal deel uit van een gecompliceerde waardeketen van leverancier richting klant en alles daartussenin. De meeste bedrijven kunnen gewoonweg niet op eigen houtje – dus met eigen bedrijfsmiddelen alleen – succesvol opereren.

Het verzekeren van de reparatie van deze bedrijfseigendommen is dus slechts het begin. Want hoe zit het bijvoorbeeld met het verlies van inkomsten?

Een bedrijfsschadeverzekering dekt het verlies van inkomsten en de kosten die gemaakt moeten worden om het bedrijf weer op de rails te krijgen. Bij grote verliezen is een bedrijfsschadeverzekering daarom van essentieel belang. Maar zelfs bij traditionele bedrijfsschadeverzekeringen is er veel ruimte voor verbetering. De dekking is niet zelden zeer beperkt; meestal wordt alleen de schade aan materiële bedrijfseigendommen gedekt.

Voldoet een traditionele bedrijfsschadeverzekering dan wel nog steeds aan de behoeftes van moderne bedrijven?

Kort gezegd, nee. We zullen altijd behoefte hebben aan een verzekering die schade aan materiële bedrijfseigendommen dekt, omdat grote materiële schade meestal de grootste verliespost van bedrijven vormt. Maar de verzekering moet ook schade dekken die voortvloeit uit gebeurtenissen die elders in de keten kunnen ontstaan.

Verzekert mijn contract met leveranciers me dan niet tegen vertragingen binnen de keten middels een schadevergoeding?

Hoewel sommige gebeurtenissen gedekt zullen worden, leidt de aanwezigheid van een overmachtsclausule ertoe dat leveranciers geen schadevergoeding hoeven te betalen voor de in het contract vermelde gebeurtenissen waarop zij geen invloed hebben. En veel van deze gebeurtenissen worden ook niet door de verzekering gedekt. Daarom is volledig inzicht in de verzekering en de afspraken die daarover zijn gemaakt met belangrijke partijen, zoals leveranciers en klanten, onontbeerlijk.

Maar ontstaat groot verlies alleen na gebeurtenissen die materiële bedrijfsschade veroorzaken?

Absoluut niet. De gebeurtenissen die tot onderbreking van het bedrijfsproces kunnen leiden, gaan veel verder dan materiële schade alleen. Voor sommige bedrijven is een mogelijk ‘worst-loss’ scenario in rap tempo geëvolueerd van materiële schade naar een ernstige verstoring van hun informatiesystemen, zoals bij cyberaanvallen. Maar bedrijven willen niet alleen de ‘catastrofale’ gebeurtenissen gedekt zien. Wat onder ‘groot verlies’ wordt verstaan, verschilt namelijk op basis van de grootte van het bedrijf, de behoefte aan kasmiddelen, schuldendienstenregelingen, de verwachtingen van investeerders en de sympathie en tolerantie van klanten…

Overzicht van traditionele bedrijfsschadeverzekeringen:

  • Dekking van verlies aan omzet, netto inkomsten of bruto winst en gestegen kosten.
  • Verlies als gevolg van schade (ook wel ‘gevolgschade’ of ‘indirecte schade’ genoemd).
  • Meestal uitsluitend veroorzaakt door schade aan materiële eigendommen.
  • Beperkte/geen dekking van ‘contingent BI’ (verliezen afhankelijk van gebeurtenissen elders in de keten), zoals schade binnen een groot geografisch gebied die invloed heeft op infrastructuur en transport of risico’s voor de leveringsketen.
  • Beperkte/geen dekking van immateriële bedrijfsmiddelen en ‘non-damage’ gebeurtenissen.

The secrets of water mist as an extinguishig agent

De evolutie van traditionele bedrijfsschadeverzekeringen:

Gezien de groeiende blootstelling aan wereldwijde risico’s en een breder spectrum aan risico’s binnen leveringsketen, infrastructuur, serviceproviders en transport, moeten bedrijfsschadeverzekeringen meer dekken dan materiële bedrijfsschade alleen. Traditionele bedrijfsschadepolissen bieden onvoldoende bescherming; bedrijven en projecten blijven kwetsbaar en onbeschermd met een mogelijk ernstige impact op de aandeelhouderswaarde als gevolg.

Welke gebeurtenissen kunnen leiden tot een onderbreking van het bedrijfsproces met bijkomstige inkomstenderving en waardeverlies, zónder directe schade aan te richten?

  • Natuurrampen (aardbevingen, tsunami’s, overstromingen en orkanen die op grote schaal schade aanrichten die van invloed is op de waardeketen en infrastructuur waarvan het bedrijf afhankelijk is, maar waarvan het bedrijf geen eigenaar is).
  • Extreem weer (stormen en vrieskou in het Verenigd Koninkrijk leidden tot wegafsluitingen en gesloten bedrijven. Ook kunnen bedrijven een beperking van het gasverbruik opgelegd krijgen. In België werd onder soortgelijke omstandigheden het elektriciteitsverbruik aan banden gelegd).
  • Milieukwesties (broeikaseffect en de daaropvolgende overheidsmaatregelen, schaarse middelen, weerpatronen).
  • Ingrijpende gebeurtenissen (terroristische aanslagen, politiek gerelateerde incidenten zoals de aanslag met zenuwgas in Salisbury, schietpartijen, politieke onrust, fraude, het terugroepen van producten of explosies zoals die in de haven van Tianjin).
  • Infectieziekten (gelokaliseerde besmetting of pandemieën zoals het ebola-, zika- of SARS-virus, of terroristische aanslagen).
  • Faillissementen binnen de waardeketen (zoals het faillissement van Hanjin Shipping en het effect daarvan op de vervoerde goederen of het faillissement van Carillion dat een domino-effect had op klanten en leveranciers).
  • Cyberaanvallen of storingen (zoals Oekraïense hackers die het elektriciteitsnetwerk ontregelden of een storing binnen eigen netwerken of die van leveranciers, klanten en serviceproviders waardoor er bijvoorbeeld problemen ontstaan met internetbankieren).
  • Terroristische dreiging (weinig of geen schade maar wel grootschalige ontregeling, zoals in Brussel waar de hele stad werd afgesloten na de aanslag op luchthaven Zaventem).

We krijgen dus de kans om verzekeringsoplossingen te ontwikkelen die aansluiten op deze wisselende behoeften, om deze uiteenlopende risico’s te dekken en om bedrijven na grote verliezen te helpen overleven. Veel verzekeraars dekken deze risico’s al tot op zekere hoogte.  Een nieuwe polis voor elke afzonderlijke gebeurtenis lijkt niet het antwoord te zijn omdat we dan met honderden polissen eindigen. Wellicht is een enkele brede polis aantrekkelijker. Voorwaarde voor de ontwikkeling van zo’n polis is wel dat de belangrijkste belanghebbenden, dus verzekeraars en verzekerden, bereid zijn zich hiervoor in te zetten.

Voor verzekeraars lijken de mogelijkheden voor ontwikkeling eindeloos. Toch kunnen ze worden onderverdeeld in Oorzaak en Effect.

Oorzaak – Welke risico’s uit het brede spectrum, inclusief ‘non-damage’ gebeurtenissen en ‘contingent’ risico’s, moeten worden gedekt.  Het doel daarbij is dekking te bieden die verder gaat dan het basisprincipe waarbij alleen materiële schade wordt vergoed.

Effect – Verlies van inkomsten en/of gestegen kosten waarbij beslissingen genomen moeten worden wat betreft de geboden verzekeringscapaciteit en -limieten, het verlies dat door de verzekerde moet worden gedragen en de bereidheid hiertoe van zowel verzekeraar als verzekerde.

Verzekerden moeten eerst de basisbeginselen begrijpen voordat ze beslissingen over risico-overdracht kunnen nemen. Anders kan de vraag of een verzekering het geld wel waard is nooit beantwoord worden. Onderdeel hiervan zijn het verkrijgen van inzicht in het verdienmodel van het bedrijf, in de kwantificering van blootstelling aan risico’s d.m.v. feitelijke/verwachte verliezen (gemiddeld, groot of catastrofaal) en in de directe en indirecte risico’s die het bedrijf loopt, zowel op zichzelf als binnen de industrie/gemeenschap waarin het opereert.

Het is ieders taak binnen de industrie om situaties en risico’s in te schatten, om gegevens te verzamelen (wellicht via een captive), opties te overwegen, de eisen voor risicoacceptatie vast te stellen en geschikte formuleringen te ontwikkelen. Maar ook de prijs moet kloppen, waardoor de normale marktwerking van vraag en aanbod kan blijven bestaan. De prijs moet hoog genoeg zijn om een eerlijke weerspiegeling te vormen van het hogere risico dat de verzekeraars moeten accepteren en van de onzekerheid waarmee dit onderwerp omgeven is (er zijn beperkte claimgegevens beschikbaar waarop de analyse kan worden gebaseerd). Maar de prijs moet ook concurrerend genoeg zodat verzekerden daadwerkelijk de volgende stap zetten, richting meer controle, minder kwetsbaarheid en meer volledige bescherming.

 

Lees hier het originele artikel van Caroline Woolley.

Riskonet b.v.

INTERNATIONAL

Ron de Bruijn

Amsterdam
Nederland
+31 85 043 79 40
[email protected]

AMSTERDAM

Tom de Nooij

Amsterdam
Nederland
+31 85 043 79 40
[email protected]

ISTANBUL

Özlem Emgen

Istanbul
Turkije
+90 533 21 12 051
[email protected]

KRAKAU

Leszek Golachowski

Krakau
Polen
+48 663 336 844
[email protected]

JOHANNESBURG

Chris Brits

Johannesburg
Zuid-Afrika
+27 83 456 7424
[email protected]

SYDNEY

Janet Short

Coal Point (Sydney)
Australië
+61 (0)49 3868111
[email protected]

Scroll naar boven