Riskonet breidt dienstverlening gevaarlijke stoffen uit:

“Theorie en praktijk van PGS dichter bij elkaar brengen”

November 8, 2023

Wie bedrijfsmatig met gevaarlijke stoffen werkt, of ze opslaat of vervoert, moet dat veilig en correct doen. Er komen voortdurend nieuwe PGS-regels uit. Bestaande regelgeving wordt aangescherpt en – helaas – ook complexer. De toepassing, naleving en controle leveren dikwijls fikse discussies op met overheden en bij menig bedrijf zien ze door de bomen het bos niet meer. Reden voor Riskonet om de advisering en ondersteuning op dit gebied flink uit te breiden.

Riskonet-expert Mark van Zeijl ziet de behoefte aan advies over vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen groeien: “Bij veel bedrijven weten ze vaak niet waar ze aan toe zijn.”In de wereld van gevaarlijke stoffen is iedereen bekend met de spelregels. Ze zijn te vinden in de PGS, de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, die bestaat uit tientallen documenten. Zit je bijvoorbeeld met je bedrijf in de logistiek of het transport, autodemontage, of produceer je verf en coatings of harsen: de PGS geeft richtlijnen voor vrijwel elk aspect van de omgang met stoffen. Zo bestaan voor opslag conform milieuwetgeving al langer zeer specifieke eisen, vastgelegd in met name PGS 15. Voor het gebruik en de opslag van bijvoorbeeld Li-ion batterijen (PGS 37-1 en 37-2) zijn de regels pas recentelijk in conceptvorm opgesteld. Deze zijn binnenkort daadwerkelijk van kracht.

Veiligheid essentieel

De regels voor vervoer, transport en verwerking van gevaarlijke stoffen worden in Nederland elk jaar uitgebreider. Logisch, want de veiligheid van medewerkers, weggebruikers, omwonenden en milieu is essentieel. Helaas blijkt naleving van ADR, het pan-Europese verdrag voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, en PGS-regelgeving bij veel bedrijven in Nederland door verschillende oorzaken een lastige zaak. Die regels kunnen helaas soms verschillend worden uitgelegd en zijn niet op alle punten realistisch. Ook geven inspecteurs en bevoegd gezag er soms hun eigen interpretatie aan. “Discussies met decentrale overheden over interpretatie en implementatie van de regelgeving verlopen hierdoor dikwijls moeizaam”, zo stelt Mark van Zeijl, nauw betrokken bij ondersteuning op het gebied van gevaarlijke stoffen.

Interpretatieverschillen

De interpretatieverschillen hebben verschillende oorzaken, ziet hij in de praktijk. Zo zijn de PGS-documenten tegenwoordig in juridisch-waterdichte stijl geformuleerd, maar in technische zin soms onvolkomen. “In alle eerlijkheid: als je er in de praktijk mee aan de slag moet, kan je er soms verschillende kanten mee op. Dat blijkt bij discussie met handhavers, ambtenaren bij gemeenten en provincies. Daar is veel juridische kennis, bij bedrijven zijn de betrokkenen vaak meer technisch geschoold. Dat levert spraakverwarring op, en dat maakt het nog lastiger om tot afspraken te komen over te nemen maatregelen bij bedrijven.”

Verschillend omgaan met regels

Naast deze juridisering van normen – en de gevolgen voor bedrijfstoepassing – ziet Mark van Zeijl in zijn adviespraktijk ook dat zowel inspecteurs als het bevoegd gezag soms zeer verschillend met regels kunnen omgaan. Nieuwe PGS-regelgeving is in principe bedoeld voor nieuwe installaties. “Maar er zijn genoeg gevallen bekend waarin gemeenteambtenaren met de nieuwe regels in de hand willen zien of oudere installaties hier wel aan voldoen.”

Denk daarbij aan het voorbeeld van PGS 31, een richtlijn voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen (anders dan vloeibare brandstoffen) in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties. “Voor bedrijven die dachten dat ze hun zaken goed voor elkaar hadden, is het met terugwerkende kracht van toepassing verklaren van nieuwe regels op bestaande installaties een nare en vaak kostbare verrassing. Natuurlijk voldoen hun installaties niet aan alle nieuwe eisen – en de eis van overheden om aanpassingen door te voeren wordt dan ook als onrechtvaardig gezien.”

Nieuwe voorkeuren en stokpaardjes

“Ook komt het voor dat een overheid na verloop van tijd een nieuwe inspecteur stuurt, met nieuwe ideeën en voorkeuren en stokpaardjes – en helaas ook nieuwe, vaak kostbare eisen. Dat levert bij veel bedrijven frustraties op.”

Die frustraties zullen alleen maar talrijker worden als PGS 37-1 (richtlijn voor de veilige opslag van elektriciteit in energieopslagsystemen) en 37-2 (richtlijn voor de veilige opslag van lithium-houdende energiedragers) formeel van kracht worden. De PGS 37-1 is recent gepubliceerd en de 37-2 is nu nog een PGS-concept, maar wordt in 2024 waarschijnlijk officieel geldig. Een PGS is slechts een richtlijn en geen wettelijk voorschrift; de bepalingen in een PGS kunnen verbindend worden wanneer in een wettelijk voorschrift wordt vastgelegd dat daaraan moet worden voldaan.

Bij bedrijven is een bekende bron van frustratie dat lokale brandweerkorpsen en gemeenten besluiten (concept-)PGS’en van toepassing te verklaren, terwijl de discussie nog volop loopt. ‘Kijk daar alvast eens naar’, vragen ze bedrijven. Ook is er kritiek op de inhoud van de regelgeving. “Laat ik het voorzichtig uitdrukken: in de PGS staan soms ook minder zinvolle richtlijnen, die in de praktijk of niet werken, of simpelweg niet realistisch zijn”, meldt Van Zeijl. Andere regels gaan te ver, schieten hun eigenlijke doel voorbij of zijn te rangschikken in de categorie ‘goudomrande wensen’: ze zijn vergaand en kostbaar, maar dragen feitelijk weinig bij aan veiligheid. “Daarbij denk ik concreet aan PGS 37-2, waarin onder meer verschillende eisen voor brand-, gas- en vlamdetectie min of meer lukraak worden gecombineerd en gestapeld. Daarmee wordt een ‘kind met een waterhoofd’ gecreëerd en worden bedrijven soms onnodig op kosten gejaagd.”

“Voor bedrijven die dachten dat ze hun zaken goed voor elkaar hadden, is het met terugwerkende kracht van toepassing verklaren van nieuwe regels op bestaande installaties een nare en vaak kostbare verrassing”

Mark van Zeijl

Regelgeving haaks op praktijk

Zo ontstaat een somber beeld van de PGS-praktijk. Het lijkt erop dat de regelgeving vaak haaks staat op de praktijk. Hoe verklaart Van Zeijl dat? “Een voorzichtige aanname: ik denk dat soms sprake is van overreactie, soms van een risicoperceptie op basis van incidenten of zelfs van ‘horen zeggen’. Denk aan de recente brand bij het autotransportschip, waarbij elektrische auto’s al bij voorbaat als oorzaak werden aangewezen. Denk ook aan de Moerdijkbrand: bij die brand werden kunststof IBC’s (intermediate bulk containers) als uiterst verdacht beschouwd, terwijl deze brand als achtergrond had dat grootschalige opslag zonder enige beveiliging aanwezig was naast een plek waar met open vuur is gewerkt.”

Theorie bij praktijk brengen

Hoe kunnen de theorie en de regelgeving dichter bij de praktijk worden gebracht? “Bedrijven doen er goed aan zich degelijk te laten bijstaan. Wij staan voor ze klaar, niet alleen om regelgeving te interpreteren en te vertalen in maatregelen. Minstens zo belangrijk is het voeren van de dialoog met het bevoegd gezag, om het eens te worden over nuttige, effectieve maatregelen. Bij een goede dialoog blijkt steevast dat aan goede wil geen gebrek is, aan beide zijden. Het zijn wel twee werelden die aan tafel komen. Het is de kunst om te voorkomen dat de partijen zich terugtrekken in de loopgraven. Dat doen we door samen naar het doel te kijken en naar maatregelen die werkelijk helpen dat doel te bereiken.”

Zo zetten de Riskonet-adviseurs hun kennis en ervaring in om partijen tot elkaar te brengen die moeizaam communiceren. “De kern van onze aanpak: veiligheid centraal stellen, opslag, verwerking en transport van gevaarlijke stoffen daadwerkelijk veilig te laten gebeuren. En te zorgen dat bevoegd gezag en bedrijven het op basis van goede argumenten eens worden. Een schone taak, waar tegen de achtergrond van PGS 31, PGS 37-1 en 37-2 de komende jaren alleen maar meer behoefte aan zal zijn.”

Local offices

INTERNATIONAL

Ron de Bruijn

Amsterdam
The Netherlands
+31 85 043 79 40
[email protected]

AMSTERDAM

Tom de Nooij

Amsterdam
The Netherlands
+31 85 043 79 40
[email protected]

ISTANBUL

Özlem Emgen

Istanbul
Turkey
+90 533 21 12 051
[email protected]

KRAKOW

Leszek Golachowski

Krakow
Poland
+48 663 336 844
[email protected]

JOHANNESBURG

Chris Brits

Johannesburg
South Africa
+27 83 456 7424
[email protected]

SYDNEY

Janet Short

Coal Point (Sydney)
Australia
+61 (0)49 3868111
[email protected]

Scroll naar boven