Van directiestoel naar beklaagdenbank

22 mei 2019

Ondernemers, directeuren en bestuurders moeten zich achter de oren krabben. Zijn zij werkelijk in control van de veiligheid en de risico’s in hun organisatie? Wie zijn zaken niet voor elkaar heeft, kan in principe anno 2019 ook zonder calamiteit worden aangesproken en zelfs (persoonlijk) aansprakelijk worden gesteld. Juriste Mr. Ingrid Klein-Hendriks onderzocht in opdracht van Riskonet de kans om in de beklaagdenbank terecht te komen.

Je hoeft niet eens een matig beveiligd vuurwerkbedrijf in Enschede te runnen om een ramp te laten gebeuren. Of een chemiebedrijfje in Moerdijk waar slordig wordt gewerkt. De balkons van een woningcomplex hoeven niet eens van minimale kwaliteit te zijn om op een slechte dag in te storten. Je hoeft niet eens bewust de veiligheidsrisico’s van een detentiecentrum te onderschatten om een dodelijke brand te krijgen die in publicitaire zin nog jaren narookt. Er is weinig voor nodig voor het ontstaan van een calamiteit waarover uiteindelijk de bestuurder nare vragen moet beantwoorden van toezichthouders en mogelijk zelfs van het openbaar ministerie.

Falend veiligheidsbeleid

Dat is de belangrijkste vaststelling na mijn speurtocht door het omgevingsrecht, aan de hand van de vraag: kan een bestuurder persoonlijk aansprakelijk worden gehouden voor falend veiligheidsbeleid binnen een onderneming? De uitkomsten van deze zoektocht door het recht heb ik samengevat in een uitgebreide notitie – en in een compacte white paper – waarin ik wet- en regelgeving heb geanalyseerd.

Laat ik er meteen bij zeggen: geen paniek. Vooralsnog worden bedrijven in de praktijk niet of nauwelijks aangesproken door de overheid.

De conclusie van de white paper is tweeledig. Aan de ene kant moeten bestuurders zich ervan bewust zijn dat overzicht en toezichthouders wettelijke mogelijkheden hebben om flagrante tekortkomingen serieus aan te pakken – tot en met persoonlijke aansprakelijkheidsstelling. Aan de andere kant is de conclusie gerechtvaardigd dat instanties en verzekeraars nog nauwelijks gebruik maken van de mogelijkheden om bedrijven en bestuurders hard aan te pakken.

Maar weten ondernemers welke risico’s ze lopen? Ik denk en vrees van niet. Laten we niet vergeten dat er ontzettend veel op een ondernemer af komt. Een directeur heeft talloze technische, logistieke, arbeidsrechtelijke, organisatorische zaken aan z’n hoofd – en dan moet er ook nog geld verdiend worden. Denken dat de juristen van de onderneming, of de specialisten van safety, health en environment het wel allemaal geregeld hebben, is niet voldoende. Uiteindelijk is het de ondernemer, de bestuurder, die de eindverantwoordelijkheid draagt.

‘In control’ zijn

Nog een belangrijke vaststelling: je kunt jezelf en je bedrijf problemen besparen door  werkelijk in control te zijn van de veiligheid. Dat je risico’s hebt onderzocht en geanalyseerd en dat je actie hebt ondernomen om calamiteiten te voorkomen en risico’s te beperken. Dat je iets gedaan hebt met kennis. Nalaten is ‘niet doen’. ‘Niet doen’ terwijl je wel actie had moeten ondernemen, dat is in principe een basis voor aansprakelijkheid. Dat overheid, toezichthouders en verzekeraars daar vooralsnog niet op grote schaal over vallen, is een andere zaak.

Laten we eens naar de praktijk kijken. Een brand verwoest een productiebedrijf. Dan komt aan het licht dat risico-experts, of de verzekeraar, erop hebben gewezen dat het sprinklersysteem niet deugdelijk is. Als je dat niet hebt opgevolgd, omdat je dacht dat het wel los zou lopen, dan krijg je daar als ondernemer vrijwel zeker problemen mee. De bedrijfsschade is dan niet je enige probleem. De overheid kan besluiten om te onderzoeken waar jij mogelijk de regels hebt overtreden of waar je tekortschoot bij het voorkomen van problemen.

"Breng de bal in beweging door risico’s te onderkennen en te bekijken waar investeren mogelijk nodig is."

Ingrid Klein-Hendriks
Juriste

The secrets of water mist as an extinguishig agent

Geen calamiteit nodig

Maar er hoeft niet eens sprake te zijn van een ramp. Een overheid kan aankloppen bij een bestuurder omdat hij niet conform de regels handelt – daar is geen calamiteit voor nodig. Vaak is het de instantie die over de vergunningen gaat, die vragen stelt, bijvoorbeeld de provincie, een inspectie – bijvoorbeeld ILT – of de lokale overheid in de vorm van een omgevingsdienst. Grotere bedrijven worden regelmatig gecontroleerd en een rode vlag bij zo’n inspectie kan leiden tot vragen.

Ook omwonenden kunnen aan de bel trekken of een boze werknemer kan de inspectie tippen. Als vervolgens een tekortkoming wordt gevonden, dan zal je serieus moeten kijken wat je eraan kunt doen. Laat je dat te lang na of denk je dat het wel zal overwaaien, dan kan het geduld van de overheid opraken. De overheid is dan zelfs verplicht om op te treden, ze kan dergelijke signalen niet negeren.

Forse boetes

Het kan bij vragen blijven. Bij serieuze problemen kun je serieuze boetes verwachten. Met name als de nalatigheid of overtreding duidelijk is vast te stellen en ontkennen geen zin lijkt te hebben, kan de transactie die het openbaar ministerie aanbiedt fors zijn. De basis is het voordeel dat de ondernemer heeft genoten om in strijd met de regels te handelen – in principe wordt dat voordeel ‘afgepakt’.

Daarmee hoeft de kous niet af te zijn. Bijvoorbeeld bij een calamiteit waar geblust is en waar het bluswater vervuild is geraakt door chemische stoffen. Als dat water in de riolering komt of in een haven loopt, bestaat de kans dat het bedrijf ook mag opdraaien voor de kosten van het opruimen. Zo kan een calamiteit grote gevolgen hebben. Je denk dat alles min of meer op orde is – je beschouwt jezelf zelfs als ‘te goeder trouw’ – en dan stapelen de problemen zich opeens op. Ook dat is een uitkomst van mijn zoektocht: kleine oorzaken kunnen enorme gevolgen hebben.

‘Zeer zorgwekkende stoffen’

Daarnaast is de wet- en regelgeving – met name in het Omgevingsrecht – in de loop van de jaren in omvang en scope gegroeid. Het aantal stoffen dat tegenwoordig wordt gerekend onder de ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen’ is sterk toegenomen. De kans bestaat dat je bedrijf met een aantal van die stoffen werkt en dus moet voldoen aan bepaalde regelgeving. Ik denk dat veel ondernemers zich dat niet realiseren en hun situatie niet overzien. Je hoeft niet in de petrochemie te zitten – voor mijn part maak je koekjes of vla – om aan strenge regels te moeten voldoen.

Daarbij komt dat de uitvoeringsdiensten, de handhavers, los zijn komen te staan van de overheden. In vroeger tijden kon een ondernemer het nog weleens op een bestuurlijk akkoordje gooien met sleutelfiguren bij de lokale of regionale overheid, maar de tijden zijn veranderd. Het toezicht is verzakelijkt, gerationaliseerd en mogelijk ook scherper.

Issues en risicopositie

Wat staat de ondernemer te doen? Zoals ik al eerder aangaf: geen paniek. Probeer wel de issues en risicopositie van je bedrijf helder te krijgen, desnoods met hulp van ingehuurde experts. Ben je directeur binnen een grotere onderneming en ervaar je dat veiligheid in de organisatie onvoldoende aandacht krijgt, vraag dan je raad van bestuur om een veiligheidsrichtlijn voor de hele onderneming op te stellen. Zo’n richtlijn – zo nodig vergezeld van een investeringsbudget om adequate veiligheidsmaatregelen te nemen – geeft je als directeur houvast en voorkomt dat je alleen komt te staan bij issues en problemen met de veiligheid op je vestiging.

Kortom: vind je veiligheid belangrijk, neem dan actie. Zorg dat je in control komt. Breng de bal in beweging door risico’s te onderkennen en te bekijken waar investeren mogelijk nodig is. Zorg er desnoods met een klein breekijzer voor dat de ‘board’ ruimte geeft om issues aan te pakken. Zo voorkom je niet alleen calamiteiten, schade en verstrekkende gevolgen voor het bedrijf – en zorg je bovendien dat je een goed verhaal hebt als er vragen worden gesteld.

Mr. Ingrid Klein-Hendriks, Klein-Hendriks Advocatuur + Mediation te Dordrecht

Nieuwsgierig geworden? Download hier de white paper ‘Bestuurder, wees bewust van potentiële veiligheidsissues, consequenties en aansprakelijkheid’. De complete notitie met theorie en praktijkvoorbeelden kunt u verkrijgen door contact op te nemen met Gerrit Vink en Ron de Bruijn via [email protected].

Riskonet b.v.

INTERNATIONAL

Ron de Bruijn

Amsterdam
Nederland
+31 85 043 79 40
[email protected]

AMSTERDAM

Tom de Nooij

Amsterdam
Nederland
+31 85 043 79 40
[email protected]

ISTANBUL

Özlem Emgen

Istanbul
Turkije
+90 533 21 12 051
[email protected]

KRAKAU

Leszek Golachowski

Krakau
Polen
+48 663 336 844
[email protected]

JOHANNESBURG

Chris Brits

Johannesburg
Zuid-Afrika
+27 83 456 7424
[email protected]

SYDNEY

Janet Short

Coal Point (Sydney)
Australië
+61 (0)49 3868111
[email protected]

Scroll naar boven